(’spuiən) (spuide, heeft gespuid)
1. door een spui water lozen : het polderwater in grachten -.
2. Stoomw. het onderste ketel water door de stoom naar buiten persen en verversen ; door reinigt men de ketel.
3. de lucht verversen door het openen van ramen en deuren →: we zullen hier even moeten -.
4. door middel van spuisluizen uitdiepen : een haven -.