('rozəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. rooskleurig : zijn kindje.
2. door de roosziekte opgezet, gezwollen, ontstoken : een aangezicht.
3. de roosziekte verwekkend : varkensvlees is nogal -.
Gepubliceerd op 04-02-2020
betekenis & definitie
('rozəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. rooskleurig : zijn kindje.
2. door de roosziekte opgezet, gezwollen, ontstoken : een aangezicht.
3. de roosziekte verwekkend : varkensvlees is nogal -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: