(ro:ms) bn.
1. Veroud. van het oude Rome: de -e historiën.
2. van het latere Rome, alleen in vaste uitdrukkingen : het oude Duitse Keizerrijk heette het Heilige -e Rijk en zijn koning, vóór zijn keizerskroning, koning.
3. van Rome in kerkeliik opzicht : de -e paus.
4. rooms van, volgens, behorende tot, betreffende de Kerk van Rome, (rooms-) katoliek : de -e Kerk; het -e geloof; de -e moraal, liturgie; zijn, worden; gedoopt zijn; op zijn handelen. → boon.