(per'missi) v. (—s) [Fr. < Lat. permisso]
1. Algm. toestemming, toelating, verlof, vergunning : vragen, verzoeken; bekomen, hebben, krijgen; met, zonder van de overheid; met (uw) -, beleefdheidsterm bij het doen van iets vrijmoedigs of het vertellen of noemen van iets onbehoorlijks of onsmakelijks.
2. Mil. verlof om zijn post of garnizoen tijdelijk te verlaten : halen; „verstoken van -” (krijgen, hebben).