(okku'pa.si) v. (—s)
I. [okkuperen 1] inbezitneming, bezetting : de van een grondgebied.
II. [okkuperen 2]
1. Eig. bezigheid : dat is een hele voor hem.
2. Metn. stijlfiguur bestaande daarin dat men de tegenstander zijn bezwaren laat uitspreken om ze dan te weerleggen : „Gij zult zeggen enz., maar...” is een -. Syn. vooruitoppering.