('miltən) (John) een der grootste Engelse dichters, ° 1608 te Londen, studeerde te Cambridge en schreef daarna, op het landgoed van zijn vader, zijn eerste gedichten o. a. L’Allegro en Il Penseroso.
Om zijn letterkundige ontwikkeling te voltooien, ondernam hij een reis naar het vasteland, waar hij Hugo de Groot te Parijs en Galileï te Florence bezocht en naar Griekenland wou oversteken, toen politieke en godsdienstige moeilijkheden hem naar het vaderland terugriepen. Hij werd Cromwell’s Latijnse sekretaris en schreef zich blind aan de verdediging van zijn puriteinse overtuiging.
Niettegenstaande dat schept hij nu zijn meesterwerk Paradise Lost (1667), een heldendicht in blanke verzen, waarin hij de nederlaag der gevallen engelen en het verlies van het Paradijs beschrijft. Zijn laatste werk is Samson Agonistes, een treurspel met dezelfde inhoud als van Vondel’s Samson en waarin hij zijn eigen beeld heeft getekend.
Hij overleed 1674 te Londen. Uit zijn Paradise Lost, de vrucht van zijn weidse renaissancekultuur en van zijn verheven puriteinse denkbeelden, klinkt ons tegen een zwaarplechtige toon of de fijne hogere geluiden van een orgel, zijn geliefkoosd instrument en zoetste afleiding in zijn blinde ouderdom.