Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Medici, dei

betekenis & definitie

('mɛditsji) beroemd Italiaans geslacht dat van 1434 tot 1737 nagenoeg ononderbroken te Florence heerste en waarvan de beroemdste leden zijn:

1. (Cosimo de Oude) was, zonder een ambt te bekleden, van 1434 tot 1464 de ongekroonde koning der Florentijnse republiek.
2. (Lorenzo I) il Magnifico [It. de prachtlievende] kleinzoon van (1), heerste 1469-1492, buitengewoon beschermer van kunsten en wetenschappen.
3. (Piero) zoon van (2), heerste van 1492 tot 1494, toen hij door Savonarola werd verbannen.
4. (Gio vanni) zoon van (2), paus Leo X.
5. (Lorenzo II) neef van (4), hertog van Urbino 1516-1519, vader van Catharina van Medici.
6. (Giulio) neef van (2), paus Clemens VII.
7. (Alessandro) onwettige zoon van (5), werd door de Florentijnen verdreven, doch 1580 door keizer Karel V hersteld en door hem 1532 tot hertog van Florence verheven, overleden 1537.
8. (Cosimo I) 1569 door paus Pius V tot groothertog van Toskane verheven, ✝ 1574.
9. (Maria) kleindochter van (8), gemalin van koning Hendrik IV van Frankrijk, ° 1573, ✝ 1642.

< >