('leo:polt) keizers:
I. 1658-1705, 1655 koning van Hongarije, 1656 van Bohemen, versloeg door zijn veldheer Montecuccoli 1664 de Turken bij de abdij St.-Gothard in het westen van Hongarije, hielp in de Hollandse Oorlog 1672-1678 Willem III van Holland tegen Lodewijk XIV van Frankrijk, aan wie hij, bij de Vrede van Nijmegen, Freiburg tegen Philipsburg en de Elzas moest afstaan; ontzette 1683 met de hulp van Jan III Sobiëski van Polen, het door de Turken bedreigde en door Stahlemberg verdedigde Wenen, verdreef de Turken 1686 uit Ofen, versloeg ze 1687 bij Mohacs, moest na de Negenjarige Oorlog 1688-1697, bij de Vrede van Rijswijk, Straatsburg aan Lodewijk XIV laten, versloeg de Turken 1691 bij Slankamen, 1697 (door prins Eugenius van Savoje) bij Zenta, en verkreeg bij de Vrede van Karlowitz 1699 Hongarije, Kroatië, Slavonië en Zevenbergen terug, erkende 1701 Frederik van Brandenburg als koning van Pruisen.
II. 1790-1792, onderwierp de opstandelingen in de Oostenrijkse Nederlanden en schafte de hervormingen van Jozef II af; sloot 1791 met de Turken de Vrede van Sistowa.