Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Karel van Zweden

betekenis & definitie

koningen:

I. VI. niet historisch.

VII. 1155-1167. VIII. 1448-1470, 1457-1467 verdreven. IX. 1604-1611, beoorloogde zijn neef Sigismond, koning van Polen.

X. 1654-1660, ° 1622, nam deel aan de Dertigjarige Oorlog, versloeg, geholpen door Frederik Willem van Brandenburg, Jan Casimir van Polen 1656 bij Warschau, veroverde op Denemarken en verkreeg, bij de Vrede van Roskilde 1658, Zuid-Zweden.

XI. 1660-1697, herstelde de onbeperkte koningsmacht, die tijdens zijn minderjarigheid door de hoge adel was miskend geworden. XII. 1697-1718, ° 1682; tegen hem begonnen 1699 Rusland, Polen en Denemarken de ➝ Noordse Oorlog, die hem de naam van Noordse Alexander verwierf. XIII. 1809-1818, ° 1748, moest 1809 Finland aan Rusland afstaan, benoemde 1810 de Franse maarschalk Bernadotte tot erfgenaam en opvolger, verkreeg 1814 Noorwegen, † 1818. XIV. 1818-1844, ° 1764 te Pau als Jean Baptiste Bernadotte, sinds 1780 in het Franse leger, 1810 tot kroonprins van Zweden gekozen, in de Zesde Koalitieoorlog 1813-1814 opperbevelhebber van het Noorderleger tegen Napoleon. Als koning deed hij veel voor de bloei van zijn rijk. XV. 1859-1872, ° 1826, bewerkte een liberale herziening der grondwet.

< >