(itali'a:nsə) v. Romaanse taal gesproken in Italië, in Corsica, in Zuid-Tyrol en op de kusten van Istrië en Dalmatië. Enc.
Uit het Volkslatijn ontstonden de Italiaanse dialekten, waarvan het Toskaans in de XIVde eeuw door Dante, Petrarca en Boccaccio tot literaire taal werd verheven. De Italianen hebben door het verzachten van de harde uitspraak der Romeinen een klankvolle, welluidende taal gevormd.