('indisə) kunst in Vóór-Indië ontstaan en vandaar overgebracht naar Achter- en Oost-Indië.
1. De oudste monumenten der Bouwkunst zijn rotstempels (o. a. te Ellora) met een vlakke zoldering, gesteund door rijen dikke, rijk versierde zuilen. De latere tempels hebben een tongewelf en bestaan uit een of meer als piramiden oprijzende pagoden (o. a. te Benares en te Madoera) of massieve gebouwen (Boroboedoer op Java).
2. Beeldhouwkunst. De tempels zijn, van boven tot beneden, met fabelachtige fantastische reliëfs, met pijlers in allerlei vormen en gestalten (b. v. paardebeelden aan de tempel te Seringham) en prachtige godsbeelden van Boeddha, Brahma enz. versierd.
3. Schilderkunst. Dikwijls zijn de stenen beelden met heldere kleuren beschilderd.
4. De Kunstnijverheid, met metaal-, ivoor- en lakwerken stond van oudsher in hoge bloei.