('herdər)
1. (Johann Gottfried von) Duits schrijver, ° 1744 en ✝ 1803 in Oost-Pruisen, werd predikant te Riga, sloot vriendschap met Goethe te Straatsburg en werd door diens bemiddeling hofprediker te Weimar; zijn dichterlijk talent blijkt vooral uit zijn verzameling Volkslieder (1778), later genoemd Stimmen der Völker in Liedern. Hij schreef ook Ideen zur Philosophie der Geschichte der Menschheit (1785), zijn hoofdwerk. Herder heeft zich, door zijn veelomvattende geest, als het ware naar alle kanten uitgebreid en een stoot gegeven aan de beschaving van Duitsland.
2. (Bartholomäus) Duits boekdrukker, ° 1774, stichtte 1801 de Herder Verlag, en begon de uitgave van Herders Konversationslexikon te Freiburg i/B., waar hij 1839 ✝.