('af) (speelde af, heeft afgespeeld)
1. spelend afwinnen : iemand geld –.
2. ten einde spelen : een blijspel –. →: rol.
3. door spelen bederven : de piano is afgespeeld.
4. door spelen afmatten : zich –.
5. z i c h –, plaatshebben.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: