Joost Nijsen

Oprichter van Uitgeverij Podium

Gepubliceerd op 13-06-2017

Alcohol

betekenis & definitie

(→ roken) Schrijven en drinken vormen een vermaard koppel. U kent het romantische cliché: zolderkamer in Parijs, houten tafel bij het schuine raam, kaarslicht, een fles wijn... en gooi maar open die dichtaders! Rode wijn opent sowieso de aders en vaten, een goed tegenwicht voor die ándere oude vriend van de schrijver, Monsieur Tabac.

Het opgeheven literaire tijdschrift optima vervaardigde ooit een themanummer over ‘Drank & Letteren’. In de inleiding schrijft de redactie: ‘Alcohol en literatuur hebben alles met elkaar te maken. Dat is geen norm maar een gegeven. Tegen Maurits Mok, die niet of nauwelijks dronk, zei Joseph Roth schamper: “Ein Dichter der nicht trinkt!”’

Letterkundige Fernand Auwera zegt in zijn bijdrage aan dit nummer: ‘Ik heb al eens geschreven dat een overzicht van de wereldliteratuur waarin uitsluitend drinkende auteurs zouden worden vermeld, nauwelijks dunner zou uitvallen dan het klassieke overzicht.’

Behalve aan de schrijftafel wordt ook in de literatuur zelf stevig ingenomen. Misschien wel de bekendste en beste alcoholistische roman is Onder de vulkaan van Malcolm Lowry. De consul in dit boek drinkt zoveel dat de lezer die met zijn lot begaan is ook zelf gaandeweg in een roes raakt. Een wereldberoemd voorbeeld van een schrijver die zelf stevig dronk (en er jong aan stierf) maar ook zijn personages diep in het glas liet kijken, is F. Scott Fitzgerald, ‘America’s drunkest writer’. Onlangs verscheen een bloemlezing van zijn meest drankzuchtige scènes en verhalen, On Booze.

Mijn indruk is dat drankzucht onder schrijvers net zozeer afgenomen is als kettingroken tijdens het schrijven. Het romantische beeld dat opstijgt uit de vele zwart­witfoto’s van groepjes drinkende en rokende, in keurig kostuum gestoken letterkundigen en uitgevers, en niet te vergeten uit de tekeningen van Peter van Straaten, heeft plaatsgemaakt voor de realiteit van angstaanjagend verstandige literaire professionals die menen zich, in elk geval tijdens werktijd, net zomin verslaving te kunnen veroorloven als politici, piloten en prinsessen. Het door Auwera gesuggereerde overzicht van de wereldliteratuur, met uitsluitend drinkende schrijvers, zou inmiddels weleens aanzienlijk dunner kunnen uitvallen.

< >