bundel van 12 geschriften waarin de aartsvaders (de 12 zoons van Jakob) op hun sterfbed ethische vermaningen geven aan hun kinderen, gepaard gaande met een terugblik op hun eigen leven. De tekst is overgeleverd in het Grieks en in Armeense en oud-Slavische vertalingen.
Omdat alle beschikbare handschriften christelijke elementen bevatten, denken sommige geleerden dat we hier te maken hebben met christelijke teksten uit de tweede à derde eeuw die gebruik maken van joodse motieven. Anderen daarentegen houden het erop dat het gaat om vóórchristelijke joodse geschriften met latere christelijke interpolaties door kopiisten. Deze laatste theorie wordt gesteund door het feit dat (afwijkende) Aramese versies van de Testamenten van Levi en Naftali zijn aangetroffen onder de Dode Zee-rollen. Ook zijn er tal van andere conceptuele parallellen met contemporaine joodse literatuur. Over de omvang en mate van christianisering van de teksten in de overgeleverde handschriften blijft echter grote onzekerheid bestaan.