De elfde zoon van Jakob is de hoofdrolspeler in een aantal nabijbelse joodse geschriften uit de tijd rond het begin van de jaartelling. Het meest bekend is Jozef en Asenat, een Griekse romanachtige vertelling die duidelijk maakt hoe het mogelijk was dat een Israëliet trouwde met de dochter van een heidense Egyptische priester (zie Gen. 41:45): zij bekeerde zich tot de God van Israël alvorens met Jozef te trouwen.
Het Testament van Jozef is een onderdeel van de Testamenten der 12 Patriarchen. In dit moraliserende geschrift wordt vooral op Jozefs kuisheid en zelfbeheersing nadruk gelegd alsmede op zijn grote liefde voor zijn broers. Het Gebed van Jozef, waarvan slechts enkele fragmenten bewaard zijn (als citaten bij de christelijke geleerde Origenes), is een zeer curieus geschrift waarin Jozefs vader Jakob zich voorstelt als de aardse incarnatie van de engel Israël, de eerstgeborene van al wat leeft, wiens superioriteit zelfs door de aartsengel Uriël wordt erkend.