havenstad aan de kust van Palestina. Keizer Augustus schonk de stad aan Herodes de Grote die haar in grootse stijl herbouwde en de naam Caesarea gaf ter ere van de keizer (Caesar).
Sinds 6 n. C. was Caesarea de hoofdstad van Romeins en later Byzantijns Palestina en de zetel van de Romeinse stadhouder. In de grote oorlogen van 66-74 en 132-135 was de stad ook het hoofdkwartier van de Romeinse generaals. In de derde en vierde eeuw kende de stad een grote bloeiperiode en was een centrum van zowel christelijke geleerdheid (Origenes, Eusebius) als van joodse studie (veel bekende rabbijnen kwamen uit Caesarea); mogelijk is hier een deel van de Jeruzalemse Talmoed geredigeerd. De stad had ook een groot aantal samaritaanse inwoners (Samaritanen). De oude stad wordt thans opgegraven en de talrijke archeologische vondsten laten duidelijk de rijke pagane, christelijke en joodse cultuur van haar inwoners zien.