benaming voor de rabbijnse leraren in Palestina en Babylonië in de periode van 200-500 n. C. (zie ook Tannaïm).
Zij bouwden voort op de door hun Tannaïtische voorgangers gelegde basis van de Misjna en creëerden de Talmoed en de klassieke rabbijnse midrasjim. Hun werk is het fundament voor het hele latere jodendom geworden.