Epistemisch onrecht is onrecht aandoen door iemand niet als volwaardige bezitter van kennis te erkennen. Bijvoorbeeld een migrant als laaggeletterd behandelen. Kennisonrecht kan iemand ook overkomen. Zoals een kind dat seksueel grensoverschrijdend gedrag niet herkende terwijl informatie en kennis daarover van belang hadden kunnen zijn.
Onze dagelijkse omgang kent diverse vormen van machtsuitoefening op basis van ' kennis = macht ’. Ik bejegen de ander bijvoorbeeld stereotypisch, meen het beter te weten en daarmee ben ik bevooroordeeld, vertoon geprivilegieerd gedrag van de hoog opgeleide westerse witte heteroseksuele man, vertoon micro-agressie of zaai opzettelijk twijfel over het gezonde verstand van de persoon (‘gaslighting’).
Kennisonrecht kan iemand ook overkomen. De betrokkene of het slachtoffer wist niet beter, had onvoldoende kennis van zaken, schaamde zich iets te vragen, was domweg nog niet precies op de hoogte, had geen erg in een bedekte onvriendelijke toespeling (een ‘hondenfluitje’), liet de man op een betuttelende manier iets uitleggen waar zij zelf genoeg vanaf wist (‘mansplaining’) en zo meer.
Kennis als machtsinstrument in ons dagelijkse leven inzetten krijgt betekenis in cultuurstrijd en hedendaags burgerlijk verzet. Epistemisch onrecht vloeit soms over in epistemische ‘gewelddadigheid’ en in agnotologie, een uiterst geprofessionaliseerde vorm van misbruik maken van onwetendheid door bewust een valse voorstelling van zaken te geven. Van kleinschalig en dagelijks tot grootschalig misbruik maken van kennisgebrek, al deze vormen van misbruik dragen bij aan onrechtvaardigheid.