Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

STEIN (Het Land van)

betekenis & definitie

eene Heerlijkheid, in Holland, strekkende, ten Zuiden, langs den Ysselstroom, tot aan het Land van Oudewater. Volgens opgave in de Verpondingslijsten beslaat de Heerlijkheid ruim vijfhonderdvierënzeventig Morgens en honderd Roeden gronds. Om en bij de dertig Huizen staan hier en daar verspreid.

Reeds in den aanvang der Twaalfde Eeuwe was deeze Heerlijkheid bekend, eerst als een eigendom des Bisschops van Utrecht, en vervolgens van de Kerk van Oudmunster, aan welke zij, met ‘s Paussen bewilliging, ten geschenke wierdt opgedragen. Zedert kwam zij nu en dan in andere handen, ook in die van het Geslagt van BLOIS VAN TRESLONG. JAN VAN TRESLONG, Kanunnik in het Kapittel van Oudmunster te Utrecht, verkogt haar, in den jaare 1438, voor eenëntwintighonderd Rhijnsche Guldens aan de Stad Gouda; welke ’er, tot heden toe, eigenaares van gebleeven is. In het Land van Stein lag, eertijds, het Klooster van Reguliere Monniken Emmaus, in ’t welk de vermaarde Rotterdammer, DESIDERIUS ERASMUS, het Geestlijk gewaat heeft gedraagen.

< >