Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GROVESTINS (GESLAGT)

betekenis & definitie

het Geslagt van dien naam, of, zo als men van ouds plagt te schrijven , GROUWSTINS, heeft dien naam ontleend, van een groote Stins, of Kasteel, staande, weleer, bij het Dorp Englum, en nu omtrent 35 Jaaren geleeden, afgebroken. Voorheen droeg dezelve den naam van Sirtema. De Lijst van dat aanzienlijk Friesche Geslagt, ’t welk nog in wezen is, vind men bij FERWERDA, in het Adelijk Wapenboek , I.

Stuk. WINSEMIUS, nevens andere Friefsche Schrijvers, maakt uitvoerig gewag van mannen, daar uit voortgekoomen. Onder anderen spreekt hij, op de XV Eeuw, van WYBE GROUWSTINS, bekend onder den naam van SCHERNE WYBE. Zijn spreuk was: net te goed, net te tjoed; dat is, niet te goed, niet te kwaad; welke spreuk eenigen van dit Geslagt, naderhand, rondom hun Wapen geplaatst hebben.

Hoe zeer eenige Spaabschgezinden, in de volgende Eeuw, den roem deezer mannen zogten te verduisteren, zij blijven, egter, tot heden toe, in groot aanzien, en behouden, door Staat- en Krijgskunde, hunne onsterflijke eere: gelijk inzonderheid zal blijken onder het Art. van den Generaal van GROVESTINS.

< >