Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

DONK, (‘t Huis te)

betekenis & definitie

onder het Ambacht Riederkerk, in Zuid-hollland, voerende den naam naar deszelfs eerste Stichters. Voorheen pronkte hetzelve met vier Torens.

In het jaar 1575 werd het door de Spanjaards ingenomen, afgebrand en verwoest. Uit het geslacht van DONK is het overgegaan, eerst in dat van PERSYN, daarna in dat van BROUWER, en eindelijk in het geslacht van VAN DER DUIN. Door den Heer FRANÇOIS VAN DER DUIN is het, in het jaar 1616, wederom opgebouwd. De Heer en Mr. OTTO GROENINX, Burgemeester en Raad in de Vroedschap der Stad Rotterdam, Ambachtsheer van Riedekerk, enz. eigenaar van het huis te Donk geworden zijnde, heeft het oude gebouw, in het jaar 1747, geheel en al laaten wegbreeken, en een deftig vierkant in de plaats gesteld.

< >