Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

DAM, Den (Huis )

betekenis & definitie

een oud adelijk Huis en Havezate buiten Zutphen, in ’t Schoutampt van Voorst. In een ouden Brief van REINARD, Graave van Gelder, van ’t jaar 1324, wordt hetzelve reeds genoemd, en naderhand als Heer daarvan gemeld EVERARD VAN DAMME.

Zie SLIGTENHORST, Geldersche Geschiedenis.

< >