geboren te Amsteldam</i>, den 26sten April 1642. Tot den predikdienst bekwaam gekeurd zijnde, vertrok hij, als Leeraar, naar Smyrna, en had aldaar zijn intrek ten huize van den Consul J.
VAN DAM. Na zijne terugkomste, ging hij, met den Heer BOREEL, als Leger-Predikant, naar Vlaanderen. Van daar terug gekomen zijnde, werd hij, in 1678, te Alblas beroepen. In 1681 trouwde hij met ELISABETH DE CERF, en won bij haar zeven kinderen. In 1695 gaf hij in het licht zijne Historia Quakeriana, en, behalven nog andere schriften, een werkje over de Batavische Oudheden. Hij stierf den 10den Mei 1710. Van zijnen zoon, HENDRIK CROESE, heeft men het kerklijk Register der Amsterdamsche Predikanten.