het uiterst rechtsgebied, onder den hoogen Vierschaar van den Lande van Putten, tusschen Chariois en Ysselmonde, aan de nieuwe Maaze; beslaande honderd en vijf morgen en drie honderd vier-en-negentig roeden lands, voorzien van een aanzienlijk aantal huizen, die, op de jongste verpondingslijst, op één-en-vijftig gesteld waren. Aan het Tolhuis aldaar is een Veer van pontschuiten, die vanj Cattendrecht en Rotterdam vaaren.
De Ingezetenen behooren, in ‘t kerkelijke, onder Charlois. De eigendom van deze Ambachtsheerlijkheid behoort gedeeltelijk aan de Stad Rotterdam, en gedeeltelijk aan de erfgenaamen van Jonkvrouwe JOHANNA DOUW, die mede deel aan de verpachting hebben, zo van de Tienden, als van het gemelde Veer en Tolhuis.