Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BRANDVLOTTEN

betekenis & definitie

Het maaken van dezelve, was, volgens BOXHORS, eene benaaming, die men oudstijds in Zeeland gaf aan het bereiden der brandstoffe, uit of van de Derrij of Darink, die, na het afsleeken van de klei, (waarvan ook wel deenen plagten gebakken te worden) met een brede spade, in langwerpige vierkante stukken uit den grond gegraven, en daarna, in ronde of langwerpige hoopen, luchtig op elkander gestapeld werd, zo dat lucht en wind ’er door heen speelden, tot dat dezelve hard genoeg was om te branden. Met deze brandstoffe dreeven de Zeelanders een aanzienlijken handel, die ook wel Moerneering genaamd werd.

Deze arbeid had veel overeenkomst met het maaken der Hollandsche en andere Turf, alleenlijk met dit onderscheid, dat de Derrij, als van veel vaster stoffe, niet met netten kan gebaggerd, maar, gelijk gezegd is, met spaden of met een Bot, in Zeelattd dus genaamd, moet uit den grond gestoken worden.Zie BOXHORN, Toneel van Zeeland, I. Deel, p. 114.

< >