oudste zoon van GUALTERUS BOUDAAN en MARIA COIJMANS. Deze werd, Ao. 1666, te Middelburg, in het huis van zijnen Grootvader, geboren.
PETRUS genoot, onder andere, het onderwijs van CAMPEGIUS VITRINGA den Ouden, te Franeker. In het jaar 1691 werd hij Predikant te Rijnsburg, in 1693 te Arnhem, en 1694 te Amsteldam; doch alzo hij nog niet tot het bepaald getal van jaaren gekomen was, had het beroep geen voortgang: in 1703 te Utrecht, en eindelijk, 1710, ten tweedemaale, te Amsteldam, alwaar hij met lof zijn ampt bekleedde, tot het jaar 1733, wanneer hij, den 30sten Mei, te Utrecht stierf. ’s Mans eerste vrouw was ELISABETH DE RUITER, en zijne tweede MARGARETHA VAN DER HELL; uit welk laatste huwelijk voortgekomen zijn, HENDRIK JAN BOUDAAN, Kapitein onder het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit binnen Amsteldam, en GUALTERUS PETRUS BOUDAAN, die, sedert 1741, Bewindhebber, en sedert 1761, Burgemeester der Stad Amsteldam geweest is. Ook bekleedde zijn Wel Ed. Groot Achtb. sedert eenige jaaren, het ampt van Commissaris Politiek, en overleed den 3den Januarij 1781, in den ouderdom van zeven-en-zeventig jaaren. Zie verder de Geslachttafel.
Zie HOOGSTRATEN’s, Woordenboek. Naamlijst der Amstedamsche Predikanten. LA RUE, Geletterd Zeeland.