de oudste Zoon van WILLEM JANSZOON, volgde zijnen Vader niet alleenlijk in den gemelden handel op, maar had zelfs den roem van de vermaardste Boekdrukker zijner Eeuwe te zijn. Dat zijnen naam te meerder luister bijzette, was, dat hij, in het jaar 1651, tot Schepen en Raad zijner geboortestad Amsteldam gekoozen werd. ‘t Ampt van Schepen heeft hij meer dan eens bekleed.
Toen, in het Jaar 1664, een valsch gerucht ontstond, dat Graaf WILLEM VAN NASSAU eenen aanslag op Amsteldam in den zin had, en reeds met eenig volk in aantogt was, was de Heer BLAAUW een der vijf gemagtigden uit den Raad, aan welken, benevens de Heeren Burgemeesteren, aanbetrouwd werd, om voor de veiligheid der Stad zorg te drangen. Dan, al ware ‘t ook dat de aanzienlijke rang, van één der zes-en-dertig Raaden van ‘t magtig Amsteldam te zijn, zijnen naam niet vereeuwigde, zijne uitgegeevene Atlas en Stedeboeken zouden dien voor den roest des tijds genoeg beveiligd hebben. Zijne wereldvermaarde Drukkerij stond voorheen op de Bloemgraft, en werd van daar verplaatst achter de Nieuwe Kerk, zijnde voorzien van negen perssen, die den naam van de negen Musen hadden. Dezelve was aldaar slegts weinige jaaren in stand geweest, wanneer zij, op den 22sten Februarij des jaars 1672, door eenen ongelukkigen brand vernield werd: waarbij ook de letters en plaaten van de zo evengenoemde Atlassen en Stedeboeken door het vuur verteerd werden; wordende de schade op drie honderd twee-en-tagtig duizend guldens begroot.
De Jesuit PAPENBORSCII meld, dat eenigen zulks als een rechtvaardige straf des Hemels aanmerkten, wijl 'er Kerk- en andere boeken voor de Roomschen gedrukt werden. Maar, in tegenoverstelling van die liefdelooze aanmerkers, trof dit noodlot niet alleenlijk den eigenaar, maar veroorzaakte eene gevoelige smert bij alle beminnaars van kunst en geleerdheid. De Heer BLAAUW overleefde dit niet lang; hij overleed den 20sten December des volgenden jaars.