het kleinste en jongste Eilandje van Bewester Schelde, gelegen ten Oosten van Noord-Beveland, waarvan de bedijking eerst geschied is in ‘t Jaar 1708, uit de Schorre van Katsplaat. Het ligt rondsom in zijn eigen dijk, die van de Schelde bespoeld wordt, wordende dit, door Catsrak, van het opgemelde Noord-Beveland gescheiden. De grootte is nog geen 254 gemeten en 220 roeden schotbaar Land.
Het heeft geen Dorp, maar alleenlijk eenige Huizen. De bewooners daar van behooren in ‘t kerklijke tot Cats, zijnde de Ambachtsheerlijkheid onder verscheidene Heeren verdeeld.
