Gepubliceerd op 28-04-2019

Voorbaat (bij) — voorshands — voorlooplg

betekenis & definitie

Bij voorbaat: vooraf, van te voren; eigenl. voordat men gerechtigd is genot of bate van iets te hebben; voorshands wat voor de hand is in betrekking tot den tijd, derhalve hetzelfde als thans, doch met het oog op den tijd, die volgt, wan¬neer er gelegenheid voor nader onderzoek zal zijn, gebruikt; vandaar zonder onderzoek voor het oogenblik, doch nader onderzoek voorbehoudende; voorloopig tijdelijk, voordat de zaak afdoende geregeld is, nadere regeling voor¬behoudende. Iemand bij voorbaat zijn dank betuigen, voordat hij ons nog aan zich verplicht heeft.

In de voorbaat zijn, een ander voorkomen. Voors¬hands neem ik zijne verontschuldiging aan, later zal ik wel eens zien wat er van de zaak is. Voorloopig is het nu zoo geregeld in afwachting dat de minister nader beslissen zal. De voorloopige regeering, de regeering, die de zaken gaande houdt in afwachting van het optreden van een definitief bewind.

< >