Volledig is datgene, dat uit afzonderlijk te beschouwen leden of deelen bestaande geen zijner deelen mist; volmaakt hetgeen voltooid, afgewerkt, voleindigd is, waaraan dus niets meer ontbreekt. Kunt gij mij ook een volledigen jaargang van de Haarlemsche Courant bezorgend Hij is een volmaakt ridder.
Volkomen is waaraan niets ontbreekt, dat zoo is als het behoort of als men zich voor¬stelt. Ik ben volkomen gezond. Een volmaakte gezondheid. Een volkomen vierhoek. Bij uitbreiding drukken volkomen of volmaakt het volstrekt bezit der eigenschap uit, die men aan iets toekent.