De lichtstralen doorlatende of terugkaatsende. Helder ziet zoowel op de zuiverheid der oppervlakte als op die van den inhoud.
Bij Kiliaen beteekende het nog doorzichtig. Thans wordt het meer bepaald in tegenstelling met donker gedacht, en heeft het de bijgedachte van licht van kleur. Klaar is datgene wat de lichtstralen ongehinderd doorlaat, wat dus niet troebel is; het ziet derhalve alleen op de zuiverheid van den inhoud van iets. Helder glas, helder water, een heldere lucht, de heldere kleuren; de spiegel is helder; het water is klaar als kristal; een klare bron.