Gepubliceerd op 28-04-2019

Boezem — borst — hart

betekenis & definitie

Deze drie woorden duiden in figuurlijken zin de plaats aan, waar zich het uitgangspunt van het menschelijk gemoeds- en gevoelsleven bevindt. Van boezem is de oorspronkelijke beteekenis on¬bekend, in lateren tijd beteekende het de ruimte, welke zich voor op de borst bevond in een los omgeslagen kleed; verder duidde het het zich daaronder bevindende lichaamsdeel aan, en thans wordt het bij voorkeur gebruikt van een vrouwenborst.

Boezem, als de zachtere uitdrukking, wordt figuurlijk bij voorkeur in die spreekwijzen gebezigd, die het denkbeeld meebrengen van koesteren, voeden. Bij hart en borst heeft men meer de aandoening van het gemoed op het oog, in het eerste geval let men meer op het gevoelige, in het laatste op de kracht. Eene slang aan zijn boezem koesteren. Bet kind rustte aan haar boezem. Zijn boezem lucht geven. Daarentegen zegt men: zich met de borst op iets toeleggen; tegen de borst stuiten. Het ligt hem na aan het hart. Zijn hart uitstorten. Daarnaast heeft boezem de beteekenis van bocht, zooals in zeeboezem.

< >