Gebeuren is het plaats grijpen van iets, in betrekking tot een persoon, voorzoover het met deze uitdrukkingen synoniem is, met de bijbeteekenis dat deze daardoor voordeel of genoegen heeft. Of het mij gebeuren mogt, voor Nederlands verlossing een gedenkstuk te helpen oprichten. nZal nimmer mij gebeuren” enz. (Hooft).
Gebeuren wordt thans van onstoffelijke zaken gezegd en komt in gewone spreek- en schrijftaal weinig voor. Te beurt vallen wordt hiervoor zoowel in hoogeren als lageren stijl gebruikt. Ten deel vallen wordt meest gebezigd van een voordeel, dat iemand verkrijgt. Van te beurt vallen verschilt het bovendien nog in dit opzicht, dat ten deel vallen bijna uitsluitend van stoffelijke zaken gezegd wordt, te beurt vallen van alles wat ons ten gevolge eener gunstige lotsbeschikking overkomt. Wat is mij al niet overkomen! Een geluk grooter dan mij nog ooit is te beurt gevallen. Minder juist zou dus thans zijn eene uitdrukking als Hooft: de droefheid, die ons valt te beurt.