Daagsch drukt eene tegenstelling uit tusschen de gewone dagen, de werkdagen, en de zon- en feestdagen: mijn daagsche jas; alledaagsch is de tegenstelling van ongewoon, ongemeen, bijzonder, verheven en behelst een geringschattend oordeel: mijne alledaagsche bezigheden, een alledaagsch mensch, alledaagsche uitdruk¬kingen, alledaagsche stijl. Dagelijksch is dat wat alle dagen voorvalt, wat iedeien dag weerkeert; het heeft niet de bijgedachte van onbeduidenheid; daarom noemde Vosmaer, zooals hij zelf verklaard heeft, zijne bewerking van Day’s ,,Every-day art” niet ,,Alledaagsche kunst”, maar ,,De kunst in het dagelijksch leven”.
Dit is mijne dagelijksche gewoonte. De dagelijksche omwenteling der aarde om hare as. .