Gepubliceerd op 28-04-2019

Afwennen — ontwennen

betekenis & definitie

Eene gewoonte of hebbelijkheid allengs afleggen. Afwennen, reflexief en intrans., het tegenovergestelde van zich aanwennen, geeft te kennen, dat het afleggen der gewoonte een gevolg is van een genomen besluit en eigen krachtsinspanning; het ontwennen heeft onwillekeurig plaats ten gevolge van verschillende omstandigheden.

Als onoverg. werkwoorden bestaat er tusschen beide alleen dit verschil, dat het eerste iets sterker is dan het laatste. Iets ontwend zijn geeft dus niet zoo nadrukkelijk het geheele ophouden der gewoonte te kennen als iets af¬gewend zijn. Men ontwent het paardrijden, als men er weinig toe in de gelegenheid is, doch men kan het spoedig weder aanleeren. Men went in landen, waar de sigaren duur zijn, het rooken soms af, en is men het eenmaal afgewend, dan kost het moeite er zich weder aan te wennen.

< >