Het verschil ligt in de voorvoegsels; af duidt alleen eene scheiding , weg eene verwijdering aan. Het laatste is dus sterker dan het eerste.
Waait iets af, dan wordt het gescheiden van het voorwerp, waar het toe behoort, wegwaaien geeft te kennen, dat een voor¬werp van de plaats, waar het zich bevond, door den wind wordt wegge¬voerd, terwijl de plaats, waarheen het gaat, in het onzekere blijft. Waait iemands hoed af, dan kan hij hem in den regel gemakkelijk achterhalen, maar wanneer hij wegwaait, kost het dikwijls vrij wat moeite hem terug te krijgen.