Deze woorden drukken eene handeling uit die ten doel heeft een of ander zichtbaar voorwerp van andere voorwerpen te doen onderscheiden, om te doen weten wie of wat bedoeld wordt. Aan¬duiden onderstelt het opgeven van enkele kenmerken zonder door wijzen met den vinger de zaak, die men bedoelt, nader kenbaar te maken, terwijl aanwijzen in zich sluit het aantoonen met verwijzing naar de plaats, waar eene zaak zich bevindt.
Het onderscheid tusschen aanduiden en aanwijzen bestaat hierin, dat onder het laatste eene stellige en duidelijke kenbaarmaking der bedoelde zaak of persoon verstaan wordt, terwijl bij aanduiden nog veel in het onzeker gelaten wordt. Vgl. onder aanwijzen.