Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

Gepubliceerd op 27-11-2022

mandare

betekenis & definitie

zenden; uiten (kreet); uitgeven (boek); voortduwen, -drijven; werpen (bal); uitstralen; mandare ad effetto, ten uitvoer brengen; mandare a fondo, a picco, in de grond boren; mandare a dire, doen weten; mandare a prendere, laten halen; mandare fuori, uitgeven (boek); mandare giu, inslikken; mandare per alcuno, iem. laten roepen; mandare via, wegsturen; mandare a monte, all’aria, bederven, verijdelen, naar de maan helpen; Dio ce la mandi buona, God helpe ons.

< >