- opschroeven
- opschrokken
- opschudden
- opschuiven
- opschuren
- opseksen
- opsieren
- opsjorren
- opslaan
- opslepen
- opsleuren
- opslobberen
- opslokken
- opslomen
- opslorpen
- opsloven
- opsluipen
- opsluiten
- opslurpen
- opsmeren
- opsmukken
- opsmullen
- opsnijden
- opsnoeien
- opsnoepen
- opsnorren
- opsnuiven
- opsodemieteren
- opsolferen
- opsommen
- opsouperen
- opspannen
- opspatten
- opspelden
- opspelen
- opspeuren
- opspicen
- opspieën
- opspitsen
- opspitten
- opsplitsen
- opspoelen
- opsporen
- opspringen
- opspuiten
- opspuwen
- opstaan
- opstapelen
- opstappen
- opstarten
- opsteken
- opstellen
- opstijgen
- opstijven
- opstijven
- opstikken
- opstoken
- opstomen
- opstoppen
- opstormen
- opstoten
- opstoven
- opstralen
- opstrijken
- opstromen
- opstropen
- opstuiken
- opstuiten
- opstuiven
- opsturen
- opstuwen
- optakelen
- optassen
- optekenen
- optellen
- opteren
- opteren
- optiefen
- optikken
- optillen
- optimaliseren
- optimmeren
- optomen
- optoppen
- optornen
- optreden
- optrekken
- optrommelen
- optuigen
- optutten
- opvallen
- opvangen
- opvaren
- opvatten
- opvegen
- opveren
- opverven
- opvijzelen
- opvissen
- opvlammen