Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

Gepubliceerd op 04-10-2024

tepat

betekenis & definitie

1 vlak, pal, juist;

2 precies (raak), doeltreffend, correct, pas(send); letterlijk; bertepatan (dengan), samenvallen met, juist op, precies gelijk;

menepat,

1 recht afgaan op, regelrecht naar (iemand) toegaan;
2 logeren bij, gaan naar;

menepati,

1 idem;
2 (belofte) nakomen, vervullen;

menepatkan,

1 richten (tot), adresseren;
2 instellen (instrument), preciseren; aanpassen;

tepatan,

punt waar men aan-, heengaat (b.v.:) basis; logeergelegenheid, doel; ketepatan, juistheid, nauwkeurigheid; precisie enz; berketepatan, toevallig; pertepatan, samenloop (van omstandigheden).

< >