keran sambung K, verbindingskraan;
bersambung,
1 verlengd, voortgezet, vervolgd; met ’n vervolg enz;
2 samenhangend, verbonden; bersambung-sambung, idem; dóórlopen; bersambung tangan, hulp hebben; (berenang bersambung) estafette(zwemmen);
menjambung,
1 verlengen, (aaneen)lassen, aanhechten, voortzetten (‘n gesprek);
2 vervolgen, doorgeven, weer opnemen;
3 ingevolge, ten vervolge op; menjambung hidup, (njawa, umur enz), (zich) in ‘t leven houden; menjambung silaturrahim, vriendschapsbanden aanhouden en versterken;
sambungan,
1 verlengstuk, aangezet stuk, verbinding;
2 aanhangsel; vervolg; voortzetting; sambungan tangan, helper; penjambung, verbindings- (b.v.:) kata sambungan, voegwoord; tanda sambungan, koppelteken, verbindingsteken.