1) 1 zoet;
2 lief, lieftallig, aardig;
3 vriendelijk, innemend; djari manis, ringvinger; gigi manis, buitenste snijtanden; hitam manis, mooi lichtbruin (teint); penjakit kentjing manis K, suikerziekte; habis manis sepah dibuang, ondank is 's werelds loon, geld op liefde weg, (wegwerpen waar men geen plezier of voordeel meer van heeft); bermanismanis, flikflooien;
memanis,
vergoelijken, (iets) fraai voorstellen; memaniskan, mempermanis, verzoeten; lief(elijk) maken; memanis muka, ’n vriendelijk gezicht zetten;
manisan,
(of manis-manisan) zoetigheid, confituren; kemanisan, zoetheid; liefheid, lieftalligheid;
pe(r)manis,
1 versiersel, opsmuk; cosmetica;
2 soort van tovermiddelen (om iemand aantrekkelijk te maken);
2) kaju pe(r)manis, kaneelboom, Cinnamomum zeylanicum.