bundel, tros, bos; bergabung, verenigd, gecombineerd;
menggabungkan,
1 bundelen, tot ‘n bos binden;
2 verenigen, combineren, samenvoegen, fuseren; menggabungkan diri, zich aan(een)sluiten; tergabung, aan(een)gesloten, verenigd vervat (in);
(per)gabungan,
verbond, verbinding, vereniging, groep, combinatie, fusie, federatie; gabungan béa, tolunie; penggabungan, samenvoeging, ‘t combineren.