Koninkrijk van God is een uitdrukking waarmee Gods heerschappij wordt aangeduid, zowel in het heden als in de toekomst, wanneer alles en iedereen aan hem onderworpen zullen zijn.
In het oude testament wordt God veelvuldig koning genoemd, maar pas in het nieuwe testament speelt Gods koninkrijk een fundamentele rol. In Jezus’ optreden, door zijn woorden van vergeving en bevrijding, door het genezen van de zieken en het uitdrijven van de duivelse geesten, wordt duidelijk dat God over de mensen heerst en de macht van de boze geesten heeft gebroken. Het is echter een werkelijkheid die nog niet volledig is en daarom blijft de verwachting van het koninkrijk levend. In het evangelie van Matteus komt vaak de uitdrukking ‘koninkrijk van de hemelen’ of ’hemels koninkrijk’ voor, een term die in de rabbijnse traditie wordt gebruikt om de Godsnaam te vermijden.