De geboorte van moeder gods is een feest dat gevierd wordt op 8 september. Dit is het begin van het kerkelijk jaar; de feestdagencyclus begint met de geboorte van Maria. De canonieke evangeliën vermelden niets over de geboorte van Maria.
Alleen bij Lucas 1: 27 wordt verteld dat Maria stamt uit het huis van David. Verder komt het leven van Maria voor in een aantal apocriefe vertellingen. De eerste schriftelijke overleveringen over de kindertijd van Maria zijn afkomstig uit het midden van de tweede eeuw. Ze zijn te vinden in het proto-evangelie van Jakobus, dat in het Grieks werd geschreven. Deze geschriften genieten nog steeds een grote populariteit, maar worden zowel in het oosten als in het westen als niet-canoniek beschouwd: Hiëronymus en de pausen Innocentius I en Gelasius wezen deze geschriften van de hand. Toch is dit proto- evangelie van Jacobus zonder twijfel het uitgangspunt voor de uitbeelding van de geboorte van Maria. Hij beschrijft Anna en Joachim, de ouders van Maria, als een voornaam, vermogend en vroom echtpaar, dat na twintig jaar huwelijk nog steeds kinderloos was. Tenslotte verhoorde God hun gebeden en schonk hen een kind: Maria. Op iconen wordt het moment na de geboorte afgebeeld. Anna (Hanna: ‘de begenadigde’) zit of ligt in het kraambed, terwijl buurvrouwen of dienaressen versterkende maaltijden brengen en kraamvrouwen het kind baden. Soms staat de vroedvrouw voor het bed met Maria op de arm, terwijl ze de temperatuur van het water controleert, dat een dienares in een tobbe giet. Joachim kijkt door een deuropening naar het tafereel (mannen waren niet bij de geboorte aanwezig), of hij staat met de handen in dankbaarheid opgeheven. In het Jacobusverhaal wordt verteld: ‘... en Anna vroeg de vroedvrouw: ‘Is het een jongen?’ de vroedvrouw zei: ‘Een meisje’. Dan spreekt Anna: ‘Het geluk is met mij op deze dag. Mijn ziel looft de Heer’. Het feest van de Geboorte van Maria werd aanvankelijk alleen gevierd in het oosten. Tegen het einde van de zevende eeuw introduceerde de roomse paus Sergius I, die van Griekse afkomst was, het tijdens zijn pontificaat (687 – 701) ook in het westen.