Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Doop van Christus

betekenis & definitie

Alle vier de evangeliën vertellen dat Jezus naar Johannes bij de Jordaan ging om zich te laten dopen: ‘... en daalde de Heilige Geest in de lichamelijke gedaante van een duif op Hem neer’.

Johannes de evangelist geeft geen beschrijving van de doop, maar laat wel in zijn evangelie de Doper getuigen van de verschijning van de Heilige Geest. De doop in de Jordaan is het beginpunt van het openbare leven van Christus. De hemel opent en Gods stem klinkt: ‘Dit is mijn zoon, in wie ik welbehagen heb.’ Het halfronde Godsteken neemt in de compositie een zeer prominente plaats in en de stralen splitsen als het ware de rotsen ter weerszijden uiteen. Alle aandacht is op Christus gevestigd, die in de rivier staat. Een verticale lijn van God via de Heilige Geest naar Christus benadrukt de bevestiging van de Triniteit. Johannes de Voorloper in zijn kemelharen kleed doopt de mensenzoon, drie engelen des Heren staan op de andere oever klaar met doeken om Christus te drogen. De doeken verhullen hun handen, waarmee eerbied wordt gesymboliseerd (soms wordt gezegd dat de doeken die over hun handen gevouwen zijn de engelen het aanzien van diakens geven, die bij de doopplechtigheid assisteren). Niet zelden ziet men in de Jordaan waterdieren en de voor Christus vluchtende of hem aanbiddende Jordaangod. De Doop van Christus is een feesticoon voor 6 januari, misschien wel het oudste feest van het christendom. Het gaat terug op de heidense maar ook christelijke zegeningen van de Nijl vanwege de regelmatige overstromingen. Deze vonden volgens de Romeinse kalender plaats tussen 25 december en 25 januari en kunnen tot in de tweede/derde eeuw worden getraceerd. Dit feest van 6 januari kreeg tenslotte de naam Theofanie, ofwel ‘Godverschijning’.

< >