Catacomben zijn onderaardse begraafplaatsen. In de oudheid waren ondergrondse begraafplaatsen al bekend. Sinds de vijfde eeuw waren de catacomben van Rome vergeten en deels ingestort. Het was een complete ondergrondse stad, met lange gangen met vertakkingen en vele verdiepingen.
Grafnissen waren naast en boven elkaar geplaatst. Hier en daar zijn de gangen verbreed tot grafkamers, waarin rijke families hun doden in arcosolia hun laatste rustplaats gaven. De muurschilderingen in de grafkamers getuigen van het geloof in de wederopstanding. Onderwerpen waren bijvoorbeeld de redding van Noach uit de zondvloed, Daniël uit de leeuwenkuil en Jonas uit de buik van de walvis of wonderbaarlijke genezingen. Decoratieve motieven zoals wijnranken, vruchtenkorven en fonteinen werden overgenomen van de heidense beeldende kunsten; zij benadrukken de blijheid en de hoop op het eeuwige leven van de vroege christenen.