mathematica, mathesis, de wetenschap v/h wezen en de onderlinge verhouding v. kwalitatieve en ruimtelijke grootheden (getallen, etc.); onderscheiden in zuivere en toegepaste w. De zuivere w. omvat de rekenkunde, de algebra, de analyse (o.a. de differentiaal- en integraalrekening) en de meetkunde; de toegepaste w. o.a. de werktuigkunde of mechanica en de waarschijnlijkheidsrekening.
De w. vormt den grondslag v. alle zg. exacte wetenschappen (sterrenk., scheik., natuurk.). De w. werd reeds b/d oude Egyptenaren en Babyloniërs beoefend terwijl in lateren tijd de Grieken → Euelides en → Archimedes veel tot haar ontwikkeling hebben bijgedragen; v/d groote ontdekkers en beoefenaren o/h gebied der w. in later eeuwen moeten o.a. worden genoemd Newton, Leibniz, Euler, Lagrange, Gauss, Jacobi, Riemann.