sporendragende kruidachtige plant, soms zeer groot, in eenige duizenden soorten in Noordelijke, tropische en subtropische landen, i/h bijzonder in bosschen; planten zich ongeslachtelijk voort door sporen a/d onderzijde v. sommige of alle bladeren. Uit deze sporen, die op vochtige plaatsen ontkiemen, ontstaan kleine plantjes, die geslachtsorganen (mannelijke en vrouwelijke) dragen.
Uit de bevruchte eicel ontstaat een nieuwe varenplant.